Terminologieën, keukentaal, plantkunde – wat maakt het kruid tot een kruid en wat is precies een specerij? Laten we eerst eens kijken naar de oorsprong van het woord:
Het woord “kruiden” komt van het Middelhoogduitse krût, wat kruid, (geneeskrachtige) plant, groente, bloem en blad betekent. “Specerijen” komt letterlijk van het Middelhoogduitse “wurze” en staat ook voor kruid en (geneeskrachtige) plant, maar verschilt van “krût” door de verschillende betekenis van wortel en specerij. Kruidachtige kruiden
“Kruiden” betekent het kruidachtige, groene deel van een plant. Dit omvat bladeren, stengels en bloemen – vers of gedroogd. De groene delen van een plant worden ook botanisch beschouwd als kruiden. Overigens zijn keukenkruiden rijk aan essentiële oliën en andere geurstoffen die de smaak bepalen. Zo verrijken onze lokale keukenkruiden zoals peterselie, rozemarijn, tijm, oregano en salie onze voeding enorm.
De verscheidenheid aan kruiden
Als je het kruid wegdenkt, d.w.z. bladeren, stengels en bloemen, vallen alle resterende mogelijke delen van een plant onder de definitie van kruid. (Hoewel hier afwijkingen van zijn, worden bijvoorbeeld laurierblaadjes bij de specerijen gerekend en niet bij de kruiden.)
En wat blijft er over zonder het kruid?
Veel! Hier enkele voorbeelden:
- Wortels (gember)
- Zaden (steranijs, nootmuskaat, komijn)
- Fruit (peper)
- Knoppen (kruidnagel)
- Schors (kaneel)
- Bessen (peper)
- Peulen (chili)
- Sap (sleedoorn)
Alleen aromatische plantendelen worden als specerij gebruikt. Of ze nu vers, gedroogd of verwerkt zijn, geheel of gedeeltelijk, ze zijn rijk aan essentiële oliën en andere smaakstoffen, en daarom zijn ze zo populair om toe te voegen aan de bereiding van eten en drinken.